Direct na de Tweede Wereldoorlog verklaarde Indonesië zich onafhankelijk en oefende grote druk uit op de Indische Nederlanders om te kiezen voor het Indonesisch staatsburgerschap. Maar velen kregen in de jaren vijftig spijt van hun keuze, vooral toen de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië verslechterden. Ze kozen alsnog voor het Nederlanderschap en kwamen midden jaren 50 naar Nederland. Zo ook het gezin Furstner, met in hun midden een in 1955 zevenjarige Ikkie Furstner. Ikkie is in Indonesië niet alleen opgegroeid met de traditionele muziek. Ook dankzij zijn vader maakte hij kennis met de country muziek. Het gezin Furstner werd in Nederland eerst opgevangen in Hengelo, maar verhuisden twee jaar later naar Almelo. Daar ontmoette Ikkie als prille tiener oudere Indische Nederlanders die aardig op een gitaar konden pielen. Dat leek Ikkie ook wel wat. Hij pikt de akkoorden snel op en op zijn twaalfde speelde hij basgitaar in zijn eerste bandje: Les Belfegors. Ikkie ontwikkelde zijn muzikale talent parallel met de opkomst van de Rock 'n Roll dat in de tweede helft van de jaren 50 ook Europa had bereikt. En Indo's hadden nu eenmaal de muzikale vaardigheid zich deze nieuwe muziekstijl snel eigen te maken. Mede met dank aan de AFN, een Amerikaanse radiozender in Duitsland, de Engelse uitzendingen van Radio Luxemburg en de BBC. Voor Ikkie brak een periode van 37 jaar aan waarin Rock 'n Roll de boventoon voerde. De laatste jaren, vooral omdat hij na zijn herseninfarct in 2007 geen gitaar meer kan spelen en alleen nog zingt, is zijn belangstelling voor country weer terug. Daarmee is de cirkel rond.
Voor Ikkie Furstner voerde de Rock 'n Roll 37 jaar de boventoonNaam: Ikkie FurstnerGeboren: 13 juni 1948 in Batavia, nu Djakarta (Indonesië)Beroep: Vanaf mijn zeventiende ben ik als draaier en frezer gaan werken bij Universal, de machinefabriek waar mijn vader ook werkte. Tot ik in 1968 in dienst moest. Na mijn diensttijd besloot ik voor een carrière in de muziek te kiezen. Gezin: Mijn vader is vanOostenrijkse komaf. Het kindertehuis Vincentius in Batavia is voor een groot deel bepalend geweest voor zijn opvoeding. Het kindertehuis Vincentius werd in 1855 door een aantal vooraanstaande Nederlanders naar Nederlands voorbeeld opgericht. In het begin vooral en alleen om de Indo kinderen op te vangen die door twee culturen in de steek werden gelaten. Ze werden destijds beschouwd als de verschoppelingen van de maatschappij. Vader werkte later op het Ministerie van Landbouw en Visserij. Mijn moeder heeft Belgische roots. Ze was heel zorgzaam en altijd bereid om je te helpen. Ik heb twee oudere halfbroers, Rob en Ruud. Zelf ben ik de oudste Furstner. Na mij komen René Jacques (Adde), Humphrey Donald (Donny), Larry James (Jimmy) en Ellen Joyce (Ellepop). Opvoeding: Mijn vader heeft ons streng en rechtvaardig opgevoed. Mijn moeder was meer mijn beschermengel. De eerste zeven jaar van mijn leven woonde ik in Batavia. Dat was een roerige tijd. Soekarno riep direct na de overgave van de Japanse bezetter de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Tegen de zin van Nederland. Ondanks de politionele acties trok Nederland uiteindelijk aan het kortste eind. De Indische Nederlanders moesten van Soekarno het land verlaten. In 1955 kwamen we met de Johan van Olde Barneveld naar Nederland. Ons gezin werd opgevangen in het voormalige Borsthuis in Hengelo. Twee jaar later zijn we naar de Sluisveldsingel in Almelo verhuisd. We woonden in een flat met een mix van Nederlanders en Indo's. Straat/buurt: Aan de Sluisveldsingel had ik meer Hollandse dan Indische vriendjes. Mijn beste kameraad was en is Gerard Schokker. Hij nam het altijd en overal voor me op. Hij komt nog steeds bij ons.Basisschool: In Djakarta zat ik op de Heilige Hartschool. In Almelo ben ik in de derde klas (nu groep 5) van de Bonifatiusschool ingestroomd.
Voortgezet onderwijs: Na de lagere school: 2 1/2 jaar H.B.S. en 3 jaar L.T.S. metaalbewerken. Maar eigenlijk was muziek mijn grote liefde. Vanaf mijn 12de tot mijn 16de speelde ik basgitaar in Les Belfegors. En daarna, tot ik in dienst moest, bij de Spurs. Maatschappelijke carrière: Na de lagere school wilde mijn moeder dat ik ging leren. Ze wilde dat ik net als zij een goede kantoorbaan zou krijgen. Vandaar de H.B.S.. Mijn vader wilde liever dat ik de technische kant opging èn mijn talent als voetballer bij Heracles zou ontplooien. Ik besloot uiteindelijk in 1969 na mijn diensttijd in Breda en Assen om beroepsmuzikant te worden.Popmuziek: Ik ben in de late 50er, 60er en 70er jaren door verschillende stromingen in de popmuziek beïnvloed. Dat begon, onder invloed van mijn vader, met de country van bijvoorbeeld Willy Nelson en Hank Williams. Later Alan Jackson en Garth Brooks. Maar ook naar de muziek van crooners Perry Como en Frank Sinatra werd bij ons thuis geluisterd. En de rythm and blues van Ray Charles. De eerste soulperiode in '67 en '68 met Otis Redding en Wilson Picket is vooral voor mij van invloed geweest als basgitarist. Met name Sly and The Family Stone. Die bassist, Larry Graham, plukte op de snaren van zijn bas. Later hebben de tappende Mark King van Level 42 en de melodieuze Jaco Pastorius van Weather Report de nodige invloed op mijn spel gehad. Bands: De eerste band waar ik als beroeps in speelde waren de Eastern Aces, een Indo band die van oorsprong uit Den Haag kwam. Alleen Billy Robert en ik kwamen uit Almelo. De band speelde Amerikaans getinte dansmuziek. Daarna volgden bands waarmee ik voornamelijk in nachtclubs en discotheken in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk speelde: The Royal Aces ('72 - '78), The Seven Aces ('78 - '81) en The Tielman Brothers. Daar heb ik van 1981 tot 1985 in gespeeld. Andy Tielman was er toen al uit en woonde als een soort kluizenaar op Bali. Maar zijn broers Reggy en Loulou nog wel. Samen met Ludwig Lemans, Carmen McGilfry en Francis Baldinswieler. Omdat we veel in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk werkten heb ik van 1978 tot 1985 in München gewoond. In 1984 heb ik tussen Basel en Freiburg een ernstig ongeluk gehad met de Chevrolet waarmee we naar de optredens reden. Daar heb ik wel meer dan een half jaar van moeten revalideren. Mede daardoor ben ik in 1985 terug gegaan naar Nederland. Van '86 tot '88 heb ik in Mata Hari uit Leiden gespeeld. Met dat Indische showorkest heb ik in 1987 nog een toernee door Indonesië gemaakt. Tussen '88 en '94 heb ik verschillende bruiloftsorkesten gespeeld. Albatros en de countryband Sergeant Junkin' onder andere. Daarnaast ben ik als concierge en assistent op basisschool Het Galjoen in Wierden gaan werken. In het weekend maakte ik dan muziek. Dat is zo doorgegaan tot ik in 2007 een herseninfarct kreeg. Sindsdien kan ik niet meer werken en geen muziek meer maken. Alleen nog zingen! Beatles of Rolling Stones? Allebei. Stones ruiger, Beatles melodieuzer.Lezen: Als kind de strips van Dick Bos en de boeken van Arendsoog. Later las ik heel weinig. Hobby's: In het Ontmoetingscentrum voor Indische mensen op Windmolenbroek ben ik dagelijks creatief bezig. Muziek maken en zingen. Alleen gitaar spelen lukt niet meer, de linker hand functioneert niet meer. Verder dam en schaak ik thuis op de computer met mensen door heel Nederland. Bewondering voor…..: Voor mijn partner Willy (Sligman). Ze heeft me na mijn herseninfarct altijd gesteund. In de muziek heb ik altijd veel bewondering voor Andy Tielman en zijn broers gehad. Ik heb ze voor het eerst bij café Engels in Enschede gezien. Toen dacht ik al: Ik zou best in die band willen spelen! Spijt: Dat ik te weinig voor mijn kinderen heb kunnen betekenen omdat ik zoveel onderweg was.YouTube Video: Ikkie Furstner met The Tielman Brothers Video-1Video-2
Ikkie Furstner tijdens de Tielman Brothers periode